Preek van de week

Preek, weekend 16-17 september 2023

Lezing uit het boek Ecclesiasticus (Jezus Sirach) Sir. 27, 30-28, 7
Lezing uit de brief van de heilige apostel Paulus
aan de christenen van Rome Rom. 14, 7-9

Lezing uit het heilig evangelie volgens Mattheüs. Mt. 18, 21-35

 Broeders en zusters in Christus:

De vergeving van de zonden is het centrale thema van de menswording van de Zoon van God. De Zoon van God is mens geworden om onze zonden te vergeven en om geen enkele andere reden. Jezus is aan het kruis gestorven waar Hij zijn bloed heeft vergoten: tot ver-geving van de zonden. Hij is het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt. Jezus is niet gekomen om rechtvaardigen te roepen maar zondaars. In het Onzevader bidden we: vergeef ons onze schulden zoals wij vergeven aan onze schuldenaren. De vergeving van zonden is het centrale thema van ons katholieke geloof. Want alleen als onze zonden ver-geven zijn, zullen en kunnen wij de hemel binnengaan. Als onze zonden niet vergeven zijn zullen we moeten wachten. Dat is dan het vagevuur.

Alle zonden kunnen vergeven worden. Maar als wij niet vergeven, niet willen vergeven of niet kunnen vergeven, dan volharden wij in onze zonde en dan kan God ons ook niet ver-geven. God wil niets anders dan ons vergeven. Daar gaat de parabel over. Laten we eerst even kijken naar de schuld van tienduizend talenten. We maken rekensommetje.

Eén talent is gelijk aan zesduizend denariën. Volgende week zullen we in het evangelie horen de parabel van de arbeiders van het elfde uur. Eén denarie is het loon voor één dag arbeid. Zesduizend denariën staat dus voor 6000 werkdagen. Als je de zondagen eraf haalt en wat feestdagen, laten we even makkelijk rekenen, dan heeft een jaar 300 werkdagen. Dan heb je 20 jaar nodig om één talent te verdienen of terug te betalen. Tienduizend ta-lenten is dan tweehonderdduizend jaar. Die schuld kun je dus nooit terugbetalen.
Laten we er een bedrag bij denken. Het minimum loon bedraagt nog geen €2000,00 per maand is, dus ongeveer € 24.000 per jaar. Tienduizend talenten schuld komt overeen, met 200.000 jaar x € 24.000 = € 4,8 miljard. Hoe die man aan zo’n grote schuld kan komen is een raadsel. Hij kon het onmogelijk terugbetalen. Dat is duidelijk.

Een schuldeiser mocht in die tijd een man met heel zijn hebben en houden, met heel zijn gezin verkopen, dan werd hij een slaaf en was hij geen vrije meer. De dienaar smeekt om respijt. En de heer van de parabel scheldt heel die schuld kwijt, € 4,8 miljard. Wij zouden zeggen: die is goed gek! Ja, zo goed gek is onze God. Hij scheldt alle schuld kwijt, hoe groot die ook moge zijn, als wij Hem erom vragen.
Zal ik u eens wat zeggen? De man die tienduizend talenten schuld heeft, dat zijn wij! Onze schuld tegenover God is onnoemlijk groot. Niemand kan zijn schuld bij God uitboeten. Te hoog is de prijs voor onze zonden en voor het eeuwig leven. Niemand kan in leven blijven ook al heeft hij nog zoveel geld.

Om die reden, en dus uit liefde voor ons, is God mens geworden. Jezus heeft al onze zon-den op Zich genomen op het kruis. Hij heeft zijn bloed vergoten voor de vergeving van onze zonden. Door Hem, door zijn kruisoffer, heeft God de zonde van de wereld vergeven, heeft God zich met ons verzoend. Dat vieren wij in de viering van de heilig Eucharistie. Dat is het geschenk, het cadeau dat God ons geeft. Alleen door het kruisoffer van Jezus Chris-tus, door de vergeving van zonden, kunnen wij nu de hemel binnengaan. Maar, dan moe-ten wij ook vergeven. Als wij niet vergeven, dan is dat een zonde die blijft, zijn wij niet heilig en gaan wij de hemel niet binnen. De man in de parabel die zelf niet vergaf, moet nu heel zijn straf uitzitten tot hij alles terugbetaald heeft.
Daarom is het goed naar onszelf te kijken. Waar ben ik door mensen gekwetst. Jegens wel-ke mensen heb ik een wrok, ben ik verbitterd. Jegens welke mensen draag ik een boos-heid? Welke mensen heb ik niet vergeven en wil of kan ik niet vergeven?
Dan blijft er iets knagen in je hart. Mensen hebben je kwetst, hebben je vernederd, heb-ben je verraden, hebben je bedonderd, hebben je leven verzuurd. Mensen zijn je tegen-gevallen. Dat blijft knagen in je hart en je hebt geen vrede.
Je probeert het onschadelijk te maken door het weg te redeneren: Ze weten niet beter, laat ze in hun eigen sop gaarkoken, ze zijn jaloers. Je kleineert de anderen om jezelf te rechtvaardigen en boven die ander te gaan staan. Maar de bitterheid in je hart blijft, het slaat terug op jezelf en je hebt geen vrede.
Waarom kun je niet vergeven? Is het niet door je eerzucht, hebzucht, genotzucht en zelf-zucht? Is het niet omdat je je geluk zoekt in het aardse? De camino maakt je gehoorzaam en nederig. Wij moeten nederiger worden dat wil zeggen: we moeten niet ons geluk en onze eer zoeken in het aardse, bij mensen maar bij de Heer. Paulus zegt: Verheugt u in de Heer, te allen tijde. Zoekt de Heer en weest niet halsstarrig.

Nu komt het er op aan om grootmoedig te zijn, om over die pijn heen te stappen en te vergeven en misschien een teken van verzoening te zenden. Misschien moet je daarvoor een gunstig moment afwachten. En als je dan een teken hebt gegeven van goedheid, dan krijg je vrede in je hart. Dan wordt het hart wijd en ontstaat er een onverwacht een ruimte waar plaats is voor velen, groeit de liefde voor je medemens met sprongen. Je wordt in-nerlijk blij, dankbaar en gelukkig.

In het sacrament van boete en verzoening krijg je de zekerheid dat God jou ook vergeeft. Je voelt je daardoor kind van God en je bent dankbaar en blij, je hebt vrede in je hart, je voelt je vrij, je hebt vreugde in je hart. Hoe anders is de wereld? Die roept: Er moet harder gestraft worden! Terwijl God wil vergeven. Wie niet vergeeft, blijft hangen in zijn chagrijn, ontevredenheid, neerbuigendheid en ga zo maar door. Zo word je niet gelukkig.

De heilige Maagd Maria, is de allerzuiverste maagd. Zij is nederig, zij is niet eerzuchtig, hebzuchtig of zelfzuchtig. Zij zocht haar eer bij God en bij Hem alleen. Daarom kon zij moe-der van de Heer worden. Maria is blij. Daarom kon zij ook Moeder van de Kerk worden, ons aller moeder, omdat zij niets voor zichzelf vraagt maar alleen op uit is voor de eer aan God. Maria is ons voorbeeld in zuiverheid, in nederigheid, in geloof. Zij vergeeft onze schuld, zij is de eerste die de bede van het onzevader vervult: zoals wij vergeven aan onze schuldenaren. Daarom roepen wij haar voorspraak in: Bid voor ons zondaars, bid voor de Kerk, dat wij mogen groeien om zuiver te zijn zoals gij, om heilig te zijn zoals gij. Dan zullen wij als kinderen van God de hemel binnengaan. Anders moeten we wachten tot we heel onze schuld afbetaald hebben.
Laten we God loven en danken, laten we Hem prijzen om zijn liefde en goedheid. Geloofd zij God in alle eeuwigheid. Amen.